Docwerk TV is een serie kunst- en cultuurprogramma’s, gemaakt door recent afgestudeerde film- en mediamakers. Elke aflevering bestaat uit een portret over een maker en een bijzondere beeldcolumn waarin in enkele minuten één aspect van een maker wordt uitgelicht.
Vandaag stellen we graag Juul Thielen van het portret ‘The Art of Boxing’ over bokser Andre Janssens en de column over Cornelis le Mair aan je voor!
Wie ben je?
Ik ben Juul Thielen, 29 jaar oud en afgestudeerd aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU).
Wat doe je?
Ik ben regisseur, cameraman en editor. Mijn ervaring loopt uit van fictie tot documentaire, van zelf-opgezette vrije projecten tot commerciële opdrachten, videoclips en tv-programma's voor de (publieke) omroepen. In binnen- en buitenland.
Docwerk portret en beeldcolumn
Welke productie (portret en beeldcolumn) heb je gemaakt in het kader van Docwerk TV?
Ik heb een portret over bokser Andre Janssens ‘The Art of Boxing’ gemaakt, over zijn carrièreswitch van professioneel bokser naar kunstschilder. En de column over kunstschilder Cornelis le Mair.
Hoe was het om deze productie te maken?
Allereerst heb ik er veel plezier aan beleeft. Andre en Cornelis zijn beide compleet verschillende persoonlijkheden en karakters, dat vond ik heel interessant. Ik vind het uitdagend om nieuwe werelden te ontdekken in mijn films. Die voor mij, maar ook veel anderen nog enigszins onbekend zijn. In deze twee films was dat ook voor mij de schilderkunst, waar ik me eigenlijk nooit echt helemaal in verdiept heb.
Wat heb je ervan geleerd en hoe heb je jezelf kunnen ontwikkelen?
Ik heb geleerd te werken in een bepaald format, een wat meer televisieformat. Je hebt bepaalde regels over de lengte van een film bijvoorbeeld, het zoeken naar een kunstenaar die een connectie heeft met Brabant etc. Dat geeft je ergens al een bepaalde richting, maar kan je ook beperken. Op de academie kregen wij veel vrijheid, dus voor mij was het leerzaam om vanuit een format te leren denken.
Daarnaast typeert het mijn films vaak dat ze observerend zijn. Dat wil zeggen dat ik niet interview of vragen stel, maar dat ik mensen als een soort vlieg op de muur voor een wat langere tijd volg. Mijn visie daarop is dat dit de meest pure vorm is van documentaire: op deze manier stuur je zo min mogelijk als maker en daarom kun je een meer op ‘waarheid’ gebaseerde film creëren. Vaak zijn ze wat meer suggestief, ook omdat je niet alles kunt uitleggen. Maar dat vind ik juist veel spannender.
Bij een tv-format wordt het al snel wat meer journalistiek van aard, kijkers willen graag wat meer informatie. Bij deze twee films heb ik daarom ook vragen gesteld, ook omdat ik dat eens wilde proberen. Voor mij was dat in het begin wel lastig omdat ik me daar nooit echt in ontwikkeld had. Ik kwam erachter dat vragen stellen me niet slecht af ging. Maar omdat ik zelf ook de camera bedien, was het voor mij wel lastig om op beide te kunnen focussen, vooral in het begin. Maar uiteindelijk ging het best wel goed!
Op welke manier heb je jouw stempel op deze productie kunnen drukken?
Vaak hebben mijn films een wat fotografische en stilistische aanpak. Ik draai mijn films nagenoeg altijd zelf, vaak vanuit statief en vanuit een vast kader dat soms best lang kan blijven staan. Hiermee krijg je een bepaalde rust, maar soms ook afstand in het beeld: je bekijkt het als kijker dan meer van een afstandje. Ik probeer vaak een zo puur mogelijk beeld weer te geven van de situatie. Soms wat meer suggestief van aard door niet alles te willen uitleggen, maar ook stukjes overlaten aan de (fantasie van de) kijker. Bij de films voor Docwerk ben ik daar iets meer vanaf gestapt, maar ik denk dat dat er nog wel in te zien is.
Ik ben in mijn films ook vaak op zoek naar contrasten. Bij Andre is dat vrij duidelijk; de carrière-switch van professioneel bokser naar kunstschilder. Bij Cornelis staat de 17e eeuw grotendeels centraal, maar stiekem zou hij ook niet zonder de huidige technologie kunnen. Ook binnen deze twee films zit een contrast: Cornelis schildert zonder een idee,concept of bepaalde filosofie, maar vanuit een oude ambacht. Het moet mooi zijn. Andre is juist precies het tegenovergestelde: “Mijn doeken zijn niet mooi, maar er zit een gedachte achter. Het is een spiegel voor mij, om te zien wat er in mij omgaat en hoe ik daar over nadenk”.
Wat was de grootste uitdaging?
Ik had in het begin heel sterk een idee in mijn hoofd over hoe de film te maken van Andre Janssens: kort en krachtig, meer poëtisch en metaforisch van aard. De redactie vond dat ik er juist veel meer uit kon en moest halen, dat ik hem zou moeten volgen en dat er een langere film in zat. Ik vond het heel lastig om mijn oorspronkelijke idee los te laten en dit advies te volgen. Uiteindelijk ben ik scenes gaan bedenken voor een iets langere film, én heb ik zelfs mijn begin-idee erin kunnen verwerken. Dit heb ik nu in het kort gebruikt als inleiding en outro van de film.
Wat was je hoogtepunt, wat was het bijzonderste tijdens deze ervaring?
Het opnemen van de boksscene van Andre Janssens wat mijn meest bijzondere ervaring. Dat begin-idee waar ik het net over had, om dat tóch door te zetten. Het was al in een wat later stadium van de draaiperiode en ik wilde het toch graag gaan opnemen (ik ben soms een beetje eigenzinnig denk ik). Maar ook productioneel gezien kwam daar flink wat bij kijken. Ik heb daarom de hulp ingeroepen van verschillende mensen om me daarbij te helpen. Het was een lange zware dag, maar ik ben er van overtuigd dat deze scene flink wat kracht geeft aan de film.
Uitzending Omroep Brabant
The Art of Boxing wordt aanstaande zondag 31 juli uitgezonden op Omroep Brabant.
Docwerk
in Den Bosch