Op KONKAV zijn bijna 600 KONKAV’ers te vinden, die zich professioneel met film en av bezig houden. In deze rubriek stellen we de nieuwste loot aan de stam aan je voor! Vandaag is het podium voor beeldend kunstenaar Lilia Scheerder, die op dit moment met twee filmprojecten bezig is.
Naam: Lilia Scheerder
Leeftijd: 35 jaar
Opleiding: Autonome Beeldende Kunst (minor AV en animatie), AKV|St.Joost Breda
Als je jezelf op een feestje voorstelt, wat zeg je dan wat je voor beroep doet?
Ik ben kunstenaar.
En wat doe je echt?
Ik ben opgeleid als beeldend kunstenaar en ben als zodanig in verschillende media actief. Ik ben performance- en geluidskunstenaar, graficus, Drag King en performer, aspirerend filmmaker. Ik maak videoclips, foto’s en installaties als decors. Ik heb een passie voor analoge media. Als graficus houd ik me bezig met analoge druktechnieken en ik ben dol op de tactiliteit van het materiaal en het mechanische proces van een drukpers of een camera.
Dit lijkt misschien veel, maar het valt mee: al het werk dat ik maak bestaat in dezelfde wereld. Mijn droomwereld is duister en surrealistisch. Bij ieder beeld hoor ik geluid en deze vormen samen een scène. Alles is drukkend, zwart-wit, contrastrijk, maar niet zonder humor. De tekening staat in dienst van de installatie, wat weer een decor is waarbinnen de performer bestaat. Film is een medium waarin alles samenkomt. Als Drag King treed ik op als Antoine Panaché, een ouderwetse gentleman die gebaseerd is op stomme film-sterren. Antoine is de personificatie van mijn mannelijke helft.
Naast mijn autonome werk heb ik samen met twee vrienden een kleinschalig muzieklabel genaamd Barreuh Records en werk ik voor Extrapool en Make Eindhoven. In dat beetje vrije tijd dat me nog rest lees ik graag over filmgeschiedenis en ben vrijwilliger voor Carte Blanche en The International Buster Keaton Society.
Omschrijf je werk in drie woorden.
Donker, contrastrijk, beeldend.
Maak je voornamelijk werk in opdracht of vrij werk?
Ik maak vooral vrij werk, al dan niet in samenwerking met anderen.
Waar kunnen we je van kennen?
Vóór de de Corona-crisis dan was ik hoofdzakelijk op het podium te vinden, met een paar uitstapjes naar film als speler in projecten van anderen. Ik ben actief als Drag King Antoine Panaché. Ook exposeer ik mijn beeldende werk regelmatig. Tijdens de crisis heb ik mijn liefde voor filmmaken teruggevonden. Momenteel is Antoine te zien in een serie videoclips die ik tijdens de crisis heb gemaakt, deze zijn te vinden op zijn YouTube-pagina.
Bekijk het YouTube-kanaal van Antoine Panaché:
Wat heb je gemaakt waar je het meest trots op bent?
Ik denk geloof ik te veel na over deze vraag. Wellicht betekent dit dat ik mijn “magnum opus” nog niet gemaakt heb. Ik heb hopelijk nog tijd genoeg hiervoor.
Ik kan wel zeggen dat de projecten waar ik het meest tevreden over ben de nodige tijd en energie hebben gekost. Grotere projecten waarin verschillende aspecten van mijn kunstenaarschap samen komen, of projecten die een dusdanig grote uitdaging bleken te zijn dat ik ervan groeide. Als je iedere keer je eigen grenzen opzoekt en niet meteen zoekt naar de makkelijke uitweg dan groei je hier door als artiest. Dat is het plan in elk geval.
Daarop aansluitend ben ik ook trots op mijn houding naar mijn werk en naar de creatieve sector toe. Ik kan niet goed omgaan met sociale druk en verwachtingspatronen. De enige manier om er niet aan onderdoor te gaan, is de dingen op je eigen manier doen. Dit betekent dat ik zorgvuldig omga met het kiezen van samenwerkingspartners en dat artistieke vrijheid boven alles staat. De wereld werkt soms anders, en dit is frustrerend. Maar helpt mij met ontdekken wat ik echt wil doen.
Wat is het meest lelijke wat je ooit hebt gemaakt?
Pessariüm In The Temple Of Doom. Een filmproject van mijn oude collectief, het Ongemotiveerd Kunstenaars Collectief. Het was bedoeld als een “Rock Opera” die we maakten met onze band, Pessariüm. We maakten dansbare feministische noise-metal. Het ging meer om de performance dan om de muziek. De teksten gingen uiteraard over allerhande platvloerse onderwerpen. Nog voordat we aan de film begonnen hadden we al een hilarisch slechte reputatie opgebouwd: We hadden een podiumverbod in de MEZZ omdat we alles onder de vla hadden gesmeerd en kregen de slechtste recensie van ZXZW (Incubate) 2008. Maar we stonden wel op Lowlands en deden een tour door Ierland met 6 personen in een personenauto vol spullen.
De film, uit 2010, is geïnspireerd door Spinal Tap en afgrijselijke B-films zoals Plan 9 From Outer Space van Ed Wood. Onze “muziek” diende als basis, hier hadden we een verhaal omheen gebreid. We hadden 5 bandleden en allemaal waren we een ander typetje. Één van ons was een reusachtige vagina. De film is haar origin story: Ze komt van Vulvax, een nare, patriarchische planeet die bevolkt wordt door reusachtige penissen. Zij is de laatste vrouw en wordt gedwongen de soort te redden maar is hier totaal niet in geïnteresseerd. Ze vlucht, waarna ze haar ruimteschip op aarde crasht en de rest van de band ontmoet. Uiteraard wordt ze gekidnapt door de koning van haar planeet, waarna de rest van de band haar moet redden.
Ik deed de, ahem, art directie en de montage van de film. We namen alles op voor een greenscreen met één camerastandpunt. De achtergrond werd ingevuld met afstotelijke schilderijen en modellen van papier maché. We namen genoegen met één take. Foutjes? Hoe kom je erbij. Tijdens een achtervolgingsscène liep ik tegen het bankstel, wat op wielen stond en ineens door het shot heen gleed. Als klapper op de vuurpijl kwamen we er ook nog eens achter dat de audio verschrikkelijk klonk. De zaal waar de opnamen plaatsvonden galmde en we hadden alles opgenomen op een handycam zonder externe microfoon. Oplossing? Één persoon alles laten nasynchroniseren, vaak half over de originele audio heen. Het resultaat is zo afstotelijk, platvloers en belabberd dat ik er stiekem best trots op ben. Voor de liefhebber: Er zijn nog een paar DVD’s verkrijgbaar.
Wat wil je echt nog een keer maken?
Een film maken met een groot budget en volledige artistieke vrijheid. Ik kan zo al een scenario uit mijn mouw schudden als ik die vrijheid zou hebben. Ik kan er nu alleen maar van dromen. Ik zou ook heel graag met analoge film willen opnemen.
Wie of wat is je grootste inspiratiebron?
Dromen en nachtmerries. Ik ben een extreem visuele denker en kan heel erg visuele nachtmerries hebben, die me zowel traumatiseren als inspireren. Vooral mijn nachtmerries over rare gebouwen en structuren maken een indruk. Ik probeer regelmatig de nachtmerries te vertalen en weer te geven in mijn werk.
Ik ben ontzettend geïnspireerd door stomme film. Mijn grote filmheld is Buster Keaton, logisch gezien mijn fixatie op gebouwen en mechanica. Keaton inspireert me als filmmaker en acteur maar ook in zijn werkwijze en in de persoon die hij was. Vanaf het begin van zijn filmcarrière wist hij de camera en het medium film volledig in dienst te stellen van zijn kunst, de slapstick comedy. Als kleuter stond hij al op de planken en film gaf zijn werk een nieuwe verdieping. Hij maakte ultiem gebruik van het medium. Hij had een mechanische geest en wilde alles weten over de film en de camera. In zijn hoogtijdagen was hij de ster, regisseur, co-auteur.... Hij deed zijn eigen stunts èn die van anderen en monteerde zijn eigen films. Zijn stijl is uniek en tijdloos. De huizen, boten en treinen zijn zelf een personage en het spel van “The Great Stone Face” is niet emotieloos maar minimaal. Hij kan zo veel zeggen met een enkele blik. Ik vind hem en zijn films simpelweg wonderschoon. Hij is een van de grondleggers van moderne cinema, maar wilde geen genie genoemd worden. Hij liep niet te koop met het werk dat hij deed voor zijn films en benadrukte juist de “team effort”. Dat vind ik inspirerend. Werken in een klein team, met een platte structuur, waar iedereen elkaar aanvult. Maar laten we wel wezen: Keaton kon alles!
Slapstick keek ik als kind en ik herontdekte het later, maar mijn echte liefde voor stomme film begon op de Kunstacademie. In een hoorcollege leerde ik over Duits-expressionistische film en was meteen verkocht. In die periode was ik aan het rebelleren tegen de opkomst van de digitale media. Ik vond dat dit destijds (2004-2008) nog niet was geperfectioneerd, was bang dat er veel kennis verloren zou gaan door het overal willen overschakelen op digitaal. Ik schoot analoge foto’s – dat doe ik nog steeds – en had geen computer, maar een typemachine uit 1928 waar ik mijn verslagen op schreef. Ik spendeerde al mijn vrije tijd in de bibliotheek om te lezen over Weimar cinema. Toen ik in het 2e jaar startte met mijn animatie-minor tekende ik met pen en inkt en toen ik een jaar later mijn AV-minor begon overwoog ik even van opleiding te wisselen. Ik wilde stomme films maken, of ja, een moderne variant daarvan. Maar de meeste voltijd AV-studenten wilden documentairemaker worden. Voor mij was dit toen een teleurstelling. Ondanks dat ik veel geleerd heb in die periode, ben ik toch maar terug gegaan naar beeldende kunst daarna. De passie is echter altijd gebleven en ik kijk nog vaak naar films van regisseurs als Murnau, Lang, Wiene, Leni en Pabst en zie deze als een doorlopende bron van inspiratie.
Een andere inspiratiebron en de reden waarom ik de kunst in ben gegaan is muziek: live-concerten en videoclips. Ik wilde performancekunstenaar worden om de energie van een live concert te kunnen vatten in een kunstwerk. Daarnaast ben ik opgegroeid op een dieet van 90’s sci-fi en horror/fantasy-series. Wat mij daarin het meest inspireert is het gebruik van metaforen om actuele problemen aan de kaak te stellen. Dit gebeurde al in de originele Star Trek. Juist door het genre kon het baanbrekend zijn. Als je de wereld waarin we leven vertaald naar een denkbeeldige toekomst kun je binnen die context veel meer zeggen. Dit gegeven probeer ik ook toe te passen in mijn werk.
Een “moderne” filmmaker die mij erg inspireert is David Lynch. Zijn werk is surrealistisch maar de personages en werelden die hij creëert zijn toch heel herkenbaar. Hij kan een drukkend gevoel van angst en onheil als geen ander verbeelden en de keuze in muziek draagt hier aan bij. Sommige werken zijn absurder dan anderen. Twin Peaks: The Return aflevering 8, is een puur visuele, surrealistische en angstaanjagende lust voor het oog. Het is grotendeels een “stomme film”. Ik heb het idee dat ik die wereld begrijp. Ook dat Lynch zelf beeldend kunstenaar is spreekt mij aan, natuurlijk.
Al mijn inspiratiebronnen hebben een connectie. Mijn liefde voor stomme film put uit dezelfde bron als mijn liefde voor het podium en voor muziek. Een deel van de erfenis van stomme film lijkt doorgegeven naar muziek-video’s en VJ’s bij live-concerten. Het zijn totaalervaringen met een puur visuele manier van verhalen vertellen, aangezwengeld of versterkt door geluid. Er is niks wat me meer kan ontroeren.
Filmhistoricus Kevin Brownlow legt uit in zijn boek “The Parade’s Gone By” dat stomme film een kunstvorm is die geperfectioneerd werd in de jaren ‘20. Het had niks meer nodig, was perfect in zijn vorm. Dat het na de opkomst van de “talkie” als ouderwets werd gezien en beide vormen blijkbaar niet naast elkaar konden bestaan is onterecht en eeuwig zonde. Gelukkig hebben filmmakers sindsdien de stilte en het pure visuele weer omarmt. Ik zou hier graag een bijdrage aan leveren. Ik wil in mijn werk laten zien dat film als puur visuele vorm nog net zo relevant is als 100 jaar geleden.
Waar sta je nu en waar liggen nog ambities?
Ik ben gewend geraakt aan het aan werken met een zeer klein budget. Mijn ambitie voor de komende jaren is om met iets grotere budgetten te gaan werken, te investeren in betere apparatuur en te werken met een crew in plaats van altijd alles maar zelf te willen doen. Samenwerking is daarin het belangrijkste, ik zoek niet naar mensen die alleen uitvoerend werken. Ik zou graag met een klein team werken dat elkaar kan aanvullen.
Ik ben momenteel met twee filmprojecten bezig. Als eerste de korte film “Living Room” waarvoor ik momenteel samen met acteur Johnny Mirer aan het scenario werk. Vervolgens ga ik me bezig houden met het team en de financiering van het project. Van TAC hebben we al een budget gekregen om het decor van te gaan bouwen. Dit wordt een hele rare kamer, waar de volledige film zich afspeelt. We hopen binnenkort een crowdfunding-campagne te starten om de financiering van de film rond te krijgen. Dit zal de eerste keer zijn dat ik met een wat groter budget kan werken voor een autonome film.
Daarnaast ben ik ook bezig met het ontwikkelen van een sci-fi webserie, ditmaal met vrienden Lars Leeuw en Karlijn de Groot. We werken al 15 jaar samen en kwamen tot nieuwe ideeën tijdens de crisis. Karlijn en Lars hebben ieder ook een alter ego: Claire en Alice. Voor ons alle drie is de liefde voor film een manier geweest om werk te blijven maken en nieuwe inspiratie te vinden. Onze alter ego’s zijn de hoofdrollen in een absurd en komisch science fiction verhaal. Alle drie komen we uit een andere tijd en dimensie. Antoine de gekke wetenschapper uit de roaring 20’s wordt weggerukt uit zijn wereld, net als Claire en Alice. Samen gaan ze verdere en beleven allerlei spannende avonturen. We wisselen elkaar af in de regie en montage, waardoor iedere scène een andere sfeer krijgt.
Waarom heb je een profiel aangemaakt op KONKAV?
Ik bevind me in een behoorlijk kleine niche, maar ik weet dat er gelijkgestemden zijn. Door mijn profiel hoop ik zichtbaarder te zijn als filmmaker, nieuwe mensen te leren kennen, misschien zelfs nieuwe samenwerkingen aan te gaan.
Jouw motto?
Zwijgen is goud.
En: Waarom makkelijk doen als het ook moeilijk kan?