Special effects zijn bijna vanzelfsprekend geworden in films. Maar waar begon het allemaal?
Het oudste special effect in een film is waarschijnlijk uit 1895. De executie van Maria I van Schotland werd gefilmd met de zogenaamde stop-substitutietechniek: de beul liet zijn bijl zakken tot net boven de nek van het slachtoffer, waarna de camera werd stopgezet en de actrice werd vervangen door een pop.
Ruim een eeuw geleden ontwikkelden de mogelijkheden met special effects zich ontzettend snel. We kunnen speciale effecten opdelen in twee categorieën: optische effecten en mechanische effecten. Met optische effecten manipuleert de maker het beeld door behulp van bijvoorbeeld een blue screen en digitale animatie. Bij mechanische effecten kun je denken aan bijvoorbeeld animatronics, dit zijn poppen die vaak met elektromotoren bewegen.
Tegenwoordig gebruiken veel filmmakers digitale animaties om karakters te animeren, maar soms is een animatronic goedkoper en effectiever. Toch kan een realistische animatronic al snel duizenden of tienduizenden euro’s kosten. Waarschijnlijk was Jaws (1975) de eerste film waarin een animatronic te zien was. Andere films waarin legendarische animatronics hoofdrollen spelen zijn: The Dark Crystal (1982), Labyrinth (1986) en Jurassic Park (1993). Hansel en Gretel: Witch Hunters uit 2013 was geen geweldige film, maar Edward the Troll is een fantastische animatronic die de moeite van het zien waard is.
Marcel Groenewegen
in Tilburg