Elke maand deelt kunstenaar/ filmmaker Marleine van der Werf met KONKAV waar ze zich mee bezig houdt. Afgestudeerd aan het AKV|St.Joost in Breda is ze nu werkzaam in Rotterdam. In haar werk onderzoekt ze ideeën over perceptie vanuit een documentair vertrekpunt. Haar afstudeerwerk was onder meer te zien op het IDFA en is opgenomen in de collectie van het EYE filminstituut. Samen met Frederik Duerinck maakte ze in 2016 de multi-sensorische installatie ‘Be boy Be girl’ welke werd tentoongesteld op prestigieuze internationale kunstbeurzen. In september voltooide ze haar documentaire ‘De Vrije Markt’, die participeerde in de IDFA summerschool. Hoe ziet dat er eigenlijk uit, zo’n bestaan laverend tussen de kunstenwereld en de documentaire sector? 

 

“Geld moet je niet achterna, maar tegemoet lopen” Aristoteles

 

In mijn vorige blog vertelde ik over de artist-in-residence die ik heb gedaan in het Van Goghhuis. Ondanks de drukke periode, was het heel fijn om op een andere plek te zijn en na te denken over de rest van het jaar. Voor de komende maanden staat de tentoonstelling in het bkkc ‘Buiten Kaders’ nog op het programma, een aantal lezingen en in september begin ik met een nieuwe master aan de filmacademie. Ondanks dat het kriebelt om nieuw autonoom werk te ontwikkelen, heb ik besloten om te wachten tot de start van de studie. Maar tot die tijd moet er ook geld verdiend worden.

Altijd als ik aan een opdracht begin, stel ik duidelijke kaders: of de opdracht ligt in lijn met mijn autonome werk, of het levert financieel genoeg op voor een ruime buffer, waardoor ik eigen werk kan voorfinancieren. Een buffer van een maand heeft weinig zin, want dan moet je direct een nieuwe opdracht aannemen om rond te komen. De vraag is ook wat een opdracht die je alleen voor geld doet, maar creatief gezien niet interessant is op de lange termijn, oplevert voor je carrière. Als je de opdracht hebt afgerond, moet je snel weer een opdracht aannemen om rond te komen. De opdrachten die je dan krijgt aangeboden, zijn vaak in dezelfde lijn als de opdracht daarvoor. Oftewel dan kom je in een vicieuze cirkel terecht waarin je opdrachten doet die je eigenlijk niet wil doen.

Nu zeven jaar na mijn afstuderen merk ik dat de tactiek om selectief te zijn echt iets oplevert. Ondanks de nodige financiële risico’s die je daarvoor loopt. Mensen benaderen mij nu voor opdrachten in lijn met mijn autonome werk. Een film maken blijft altijd een gok, maar als je enthousiast van het onderwerp wordt, is dat al het halve werk. Zo ben ik vorige maand benadert door IDTV en het Erasmus MC of ik komend jaar een documentaire wil maken van 50 minuten over het ziekenhuis. Een grote klus, maar een mooie uitdaging en fijn, omdat ik zo mijn studie kan financieren. Daarnaast ga ik voor het ‘Inscience filmfestival’ een korte film maken i.s.m. met wetenschapper Floris de Lange over zijn onderzoek naar perceptie. Aangezien het veel raakvlakken heeft met mijn eigen werk is dat erg leerzaam en creatief gezien is het een uitdaging.

Voor mij is het altijd belangrijk om voor ogen te houden waar je naartoe werkt en wat je over vijf jaar wilt doen. Simpele maar effectieve tips van collega’s die mij daarbij hebben geholpen waren bijvoorbeeld de keuzes die je maakt in je cv. Zo selecteer ik alleen de werkervaring waarin ik verder wil groeien. Na de academie heb ik veel camera- en montage-werk gedaan en een paar regie-opdrachten. Maar als je wilt regisseren, kun je daar beter de nadruk op leggen en de rest (grotendeels) achterwege laten. Liever een kort cv, dan eentje waarin mensen moeten zoeken wat je kunt. Daarnaast is het belangrijk hoe je jezelf presenteert in een gesprek. Toen ik net was afgestudeerd werd ik benaderd door Erfgoed Brabant voor een korte documentaire over kindersterfte. In het eerste gesprek gaf ik aan hoe ik werkte. Als ze een informatieve film wilden met ‘talking heads’, dan kon ik andere filmmakers aanbevelen. Maar was het voor mij minder interessant. Wat ik wel wilde maken, was een film waarin je vanuit de belevingswereld van de hoofdpersonen meemaakt hoe het is om een kind te verliezen. Gelukkig wilden zij dat ook, dus dat was heel fijn. In het maakproces is deze duidelijkheid voor mij essentieel. Ook al is het soms lastig om nee te zeggen. Als maker kan het lastig zijn om deze grenzen aan te geven op creatief of financieel gebied. Terwijl opdrachtgevers de duidelijkheid juist waarderen.

In mijn volgende blog zal ik verder vertellen over de keuzes die ik maak in het beginproces van een film. Hoe bijvoorbeeld de samenwerking gaat met een researcher. Ook wordt mijn film ‘De Vrije Markt’ vertoond in Seoel, Zuid Korea. Dus dat is spannend om te zien hoe totaal mensen uit een totaal andere cultuur naar de film kijken. Ik probeer nog financiering te vinden om daar heen te kunnen. Dus een leuke en productieve tijd hoop ik de komende maand..

Image